понедељак, 22. април 2013.

Ik was iets over Nederlads-Indie aan het lezen en ik heb een interessante trem tegenkomen. Het gaat namelijk over "etische politiek". Ik zal heel kort dat proberen te uitleggen.


De ethische politiek is een soort politieke overtuiging  die in 1901 werd gelanceerd. Nederland ’als Christelijke Mogenheid’ had een taak de inheemse bevolking te ‘verheffen’, op te voeden tot de zelfstandigheid en te beschermen. Het uitgangspunt was de modernisering van  de lokale inwoners van de Indische archipel. Het doeleind zou het zelfbestuur van Indiërs zijn, met andere woorden, de Indiërs zouden in staat zijn hun eigen bestuur in handen te nemen. Aan de ene kant was dit koloniale beleid gebaseerd op ontwikkeling van de inlandse bevolking. Dat rechtvaardigde eigenlijk de koloniale rol. Maar aan de andere kant waren Nederlanders gericht op territoriale expansie. Die zijn heel tegenstrijdige doelstellingen. Daarom was de relatie tussen de Nederlanders en de Indiërs heel ingewikkeld en vol talrijke dubbelzinnigheden. Enerzijds de ontwikkeling van de inheemse maatschappij, en anderzijds uitbreiding van het koloniale gezag. Deze tegenstellingen leidden op het einde tot de mislukking van ‘de ethische politiek’.

Нема коментара:

Постави коментар